Een kust die bruist!

van natuurlijke en economische dynamiek, juist als de zeespiegel stijgt. Innovatieve veiligheidsconcepten die een kust laten meegroeien met de zeespiegelstijging. Een moderne kijk op natuurontwikkeling, landbouw en economische productiviteit. Ruimtelijke kwaliteit die uitnodigt tot hoogwaardig recreëren en wonen.

Als we langs de kust zouden vliegen, zien we dit in de duingebieden overal, maar langs de dijken veel minder. Tweederde van de zeedijken weerspiegelen een manier van denken waarin de zee zo ver mogelijk is teruggedrongen. Ten koste van intergetijdenatuur, ten bate van grootschalige landbouw, daartussen een smalle kale dijk. Een model dat goed heeft gefunctioneerd, maar dat niet meer past bij groeiend milieubewustzijn, toenemede recreatiebehoefte en economische diversificering.

De zeespiegel stijgt, de bodem daalt, polders verzilten, de kust erodeert en intergetijdegebieden verdrinken. We kunnen dit tij keren met nieuwe kustlandschappen: begroeide vooroevers, zandige golfbrekers en dubbele dijken.

Een visie voor de lange termijn

Als we de 1025 kilometer Nederlands kustwaterkeringen een kilometer breed definiëren, beslaat de kust 3,0% van Nederland. In dit belangrijke gebied, op de grens tussen land en water, komen grote krachten samen.

Zonder kustwaterkeringen zou de zee het wonen en werken in de helft van Nederland onmogelijk maken. In een strook van 1 kilometer langs de kustlijn wonen een miljoen mensen in 8 steden en 83 dorpen (Rotterdam niet meegerekend). Er bevinden zich 17 zeehavens, 53 jachthavens en 34 toeristische centra. Kustwaterkeringen bestaan uit 391 kilometer duinen en 634 kilometer kustdijken. Langs de dijken grenzen aan 38% van de zeezijde begroeide intergetijdengebieden en aan 82% van de landzijde grootschalige landbouwgronden.

Wat gaat er aan de kust gebeuren als de zeespiegel verder stijgt? In een optimistisch toekomstbeeld zullen de steden en havens zich met hoogwaardig maatwerk bijven ontwikkelen en aanpassen aan de kansen en bedreigingen van de zee. Het overgrote deel van de kust is niet-stedelijk. De grote vraag is hoe in het landelijk gebied veiligheid, natuur, recreatie en landbouw zich tot elkaar gaan verhouden, en welke ruimtelijke implicaties dit heeft.

Dubbele dijken

Dubbele dijken als robuuste waterkerende landschappen voor een welvarende Zuidwestelijke Delta.

Een zojuist verschenen kosten-batenanalyse en economische effectrapportage van een estuariumbrede implementatie van dubbele dijken en wisselpolders, met daarin verschillende verdelingen van de functies getijdenatuur, landbouw en aquacultuur. Langs de sedimentrijke Westerschelde is het investeringsrendement hoog en is sprake van een no-regret investering, ongeacht het toekomstige scenario van de zeespiegelstijging. Tijdige implementatie is essentieel voor succes.

De toekomst van de kustdijken zal zich tussen twee uitersten afspelen. Aan de ene kant voortzetting van het model van de afgelopen eeuwen: met een zo smal mogelijke dijk zo veel mogelijk landaanwinning voor de landbouw ten koste van intergetijdenatuur. Aan de andere kant een omkering hiervan: dijken terugleggen, inleveren op landbouw en herstel van intergetijdegebied. Dit zal het resultaat zijn van een politiek krachtenveld: hoe veel belang hechten we aan natuurherstel, in een wereld met 68% populatieverlies sinds 1970? Wat willen we in Nederland met grootschalige landbouw ten opzichte van landbouw in relatief kleine kassen en kweekcentra? Willen we onze grond blijven inzetten voor vleesvee en vleesveevoer? Doen we dit voor onszelf, of voor zo veel mogelijk export? En hoe verhoudt die export zich tot andere economische sectoren die minder ruimte vragen en meer geld opleveren?

De uitkomst van de confrontatie tussen deze krachten kunnen we niet voorspellen.

Er is ook nog een andere kracht: creativiteit.

Vlieg van Statenzijl langs de subliem schitterende Waddenzee, voorbij het serene Lauwersmeer en sympathieke Harlingen over de trotse Afsluitdijk, maak een uitstapje naar de wijdse natuur van de Waddeneilanden, duik omlaag langs de rijke Hollandse kust en de energieke havens van IJmuiden en Rotterdam, blijf even hangen boven de stille Oostvoornse duinen en vlieg verder over de Deltawerken en zonnige Zeeuwse stranden, de dijkenkralensnoeren rond de Ooster- en Westerschelde, ga na het wilde Land van Saeftinghe nog even de Noordzee op en land in Cadzand.

Je bruist van energie. De kust is een waanzinnig mooi en productief gebied, dat met vernuft en enthousiasme nog mooier en productiever kan worden.

Zoals de film uitlegt, hoeven we de waterkering niet te zien als een zo smal mogelijke lijn met een ligging bepaald door een utilitaire uitkomst van het krachtenveld tussen landbouw en intergetijdenatuur. De kust kan een waterkerend landschap worden, net als de duinen, in te richten zodat sediment uit de zee bezinkt op vooroevers en tussen dijkenlinies – dit bezinken gebeurt nu niet, omdat de dijk dicht op de zee ligt en de zee niet kalm genoeg is voor sedimentatie. Door dit bezinken stijgt een brede zone mee met de zeespiegel.

Een smalle dijk omgeven met aan de ene kant de zeebodem en aan de ene kant de polder, beide meters beneden zeeniveau, kan technisch gezien met veel onderhoud en diepe damwanden de waterkerende klus wel klaren. Maar zullen laag gelegen Nederlanders lekker slapen achter zo’n dijk? Met een brede hoger gelegen zone vertalen we het advies van de grondlegger van de dijkenbouw, Andries Vierlingh (1507-1579), ‘Sie maecke zijn dijcken soo hooch ende sterck dat ghij gerust moecht slaepen’, naar de huidige tijd.

Duinen, kustdijken en kustdammen Lengte totaal (km)Sinds 2006 aangepakt als ecologische kering in HWBP (km)Sinds 2006 gerealiseerd in HWBP als niet-ecologische waterkering (km)HWBP gepland tm 2026 (km)HWBP gepland 2027 tm 2035 (km)
Waddenzee294,85,763,865,662,4
Noordzee waddden78,80000
Hollandse kust201,113,52217,90
Noordzee zuid95,4813,15,812
Oosterschelde 195,402,70,61,9
Westerschelde159,006,842,31,1
Totaal1024,627,2108,4132,277,4

Gerealiseerd ecologische en niet-ecologische kustkeringen van 2006 tot 2020 en de toekomstige kustversterkingsplannen van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2 & HWBP), onderverdeeld naar kustlocatie.
Bronnen: Basis- en voortgangrapportages HWBP-2, Projectenboeken HWBP en Definitief programmavoorstel HWBP 2022-2027 & 2033.

Het NIOZ laat in een kersverse kosten-baten analyse zien dat als de oude “slaperdijken” nog in goede staat verkeren twee dijken zelfs voordeliger kunnen zijn dan één enkele. Het rapport licht daarnaast toe hoe tussen de dijken of op de vooroevers het getij in en uit stroomt, er sediment bezinkt en nieuwe natuur ontstaat. In de kwelders zijn vormen mogelijk van extensieve landbouw en aquacultuur, zoals zeekraal, lamsoor, mosselteelt en pierenkweek. Tussen de opslibbende delen zijn kweekvijvers aan te leggen voor garnalen, vissen en algen. Verweven in dit afwisselende landschap liggen wandelpaden, fietspaden en recreatievoorzieningen. Het sediment dat neerslaat zit vol nutriënten en dit is ooit weer in te zetten voor zoetwaterlandbouw.

Dit alles is een visie, voorlopig los van praktische wetten en bezwaren. Vraag jezelf af waar je enthousiast van wordt, wat je hart je ingeeft. Niet voor de korte, maar voor de lange en zelfs ultralange termijn. 

Aanvliegroutes voor ontwikkeling

Als je wat voelt voor de bruisende middenweg tussen een focus op landbouw en een focus op natuur zijn er drie aanvliegroutes.

Ten eerste de aanvliegroute hoogwaterbescherming. Hoe zit dit in elkaar? De wettelijke beschermingsniveaus zijn maximale overstromingskansen die verschillen tussen 1:300 voor dunbevolkte gebieden en 1:1.000.000 voor een dijkring met een kerncentrale. Met een beoordelingsinstrumentarium worden de dijken getoetst aan de beschermingsniveaus en extreme hydraulische condities. Op basis hiervan komen dijkversterkingen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma terecht. Die voeren de waterschappen of Rijkswaterstaat uit, soms in combinatie met aanpalende rijksprogramma’s zoals de Programmatische Aanpak Grote Wateren en samen met provincies.

Veiligheid en ecologie

langs de kust

J2An J2Bn

Ecologisch zwakke dijken (rood) zijn hier vooralsnog simpelweg gedefinieerd als dijken zonder kwelders ervoor

Geplande dijkverbeteringen (groen) zijn dijkversterkingsprojecten in het Hoogwaterbeschermingsprogramma, uit te voeren tussen 2020 en 2035. Lokaties waar deze dijken samenvallen zijn kandidaatgebieden voor dubbele dijken.

Discussie. Linker kaart: de gekozen grens tussen ecologisch sterke en ecologisch zwakke dijken is uiteraard een sterk versimpelde benadering van ecologische gezondheid; biodiversiteit en biomassa zijn betere indicatoren. Rechter kaart: de dijken die niet op de kaart staan zijn (naast de duinen) grotendeels dijken waarvan de veiligheidsbeoordeling nog niet is afgerond (status “nog uit te voeren”). Deze dijken zijn grotendeels al wel bekeken in het onderzoeksproject Veiligheid Nederland in Kaart en de verwachting is dat deze dijken grotendeels ná 2035 aangepakt zullen worden. Als de zeespiegel stijgt moeten alle kustdijken in cycli blijvend worden versterkt.

Bronnen: waterveiligheidsportaal, projectenboek hoogwaterbeschermingsprogramma, google earth en websites van de afzonderlijke dijkversterkingsprojecten. Kaart door Jurriënne Heijnen.

Het Hoogwaterbeschermingsprogramma heeft steeds meer ervaring in begroeide vooroevers en natuurvriendelijke vormgeving van dijken. Zo zijn langs de Nederlandse kust 20% van de kustversterkingen tussen 2006 en 2020 natuurvriendelijk uitgevoerd en is er een dubbele dijkzone van 400 meter breed en 2,5 kilometer lang aangelegd nabij Delfzijl. 

Het huidige Wettelijke BeoordelingsInstrumentarium (WBI) is nog niet geoptimaliseerd voor de dubbele dijken zoals gepropageerd in de film hierboven; daarom zijn bijvoorbeeld de projecten Perkpolder en Hedwichepolder, voorlopers van dubbele dijken, hoogstwaarschijnlijk veel zwaarder uitgevoerd dan noodzakelijk. Deltares werkt in de nieuwe lijn Waterveiligheidslandschappen aan verbetering van het instrumentarium, waarmee bijvoorbeeld de kostenbesparingen (vooral op bekleding en onderhoud, de hoogste kostenposten) van dubbele dijken zoals bevonden in de kosten-baten analyse door het NIOZ (met samenwerkende waterschappen), beter zijn te onderbouwen.

Waterkerende kustlandschappen en dubbele dijkzones bevinden zich dus niet alleen in de voorhoede van de conceptontwikkeling maar ook in de voorhoede van de kennis- en instrumentariumontwikkeling – een belangrijk gegeven voor de Nederlandse wereldwijde koploperpositie.

De kaart hierboven geeft een aanzet tot een “hotspot-benadering” voor kansrijke gebieden. De kust verdient op zijn minst dat in de verkenningsfase van de dijkversterkingen brede kustzones en dubbele dijken tot de te beschouwen alternatieven behoren. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma is hier met de POV-structuur (Project Overschrijdende Verkenningen) en de nadruk op innovatie prima voor geëquipeerd.  

ProjectnaamNabij (plaats)Oplevering (Jaar)Lengte (km)Kosten (miljoenen euro)Kosten per km (miljoenen euro)Type omschrijving
Hondsbossche duinenPetten20168€ 140,0 (1)€ 17,5Suppletie: bestaande dijk in nieuwe duin
Prins HendrikzanddijkTexel20193,2€ 24,5 (2)€ 7,7Suppletie en dijkversterking
Kustwerk Katwijk (Dijk in Duin)Katwijk20151,5€ 38,0 (3)€ 25,3Suppletie: bestaande dijk in nieuwe duin
Kustversterking Noordwijk (Dijk in Duin)Noordwijk20081€ –€ –Suppletie: bestaande dijk in nieuwe duin
De ZandmotorDen Haag20113€ 50,0 (4)€ 16,7Suppletie
Zwakke Schakels Zeeuws-VlaanderenBreskens201510,6€ 173,3 (5)€ 16,3Kustversterking met uitbreiding van duinen
PerkpolderKloosterzande20152,5€ 12,0 (6)€ 4,8Creatie van buitendijks natuurgebied als compensatie voor natuurverlies
Project Dubbele DijkBierum20222,5€ 32,2 (7)€ 12,9Dubbele dijk met brakwatergebied

Ten tweede de aanvliegroute natuurontwikkeling. Zoals de dijken beoordeeld worden aan de hand van wettelijke gewenste veiligheidsniveaus, zo wordt waterkwaliteit beoordeeld in de Kaderrichtlijn Water (KRW) en natuur in Natura 2000. De Programmatische Aanpak Grote Wateren houdt een lijst bij van gebieden in Nederland waar met herontwikkeling de meeste ecologische winst te behalen valt. 

Hoogleraren Peter Herman (ecologische waterbouwkunde, TU Delft) en Tjeerd Bouma (biogeomorfologie van estuaria’s, delta’s en kusten, Universiteit Utrecht) benadrukken dat het bij een evaluatie en verbetering van de Nederlandse kustecologie belangrijk is om dit niet lokaal neer te leggen maar nationaal te bekijken. Het ruimtelijke label “natuur” alléén is niet genoeg, het gaat om de interactie tussen natuur en bovenlokale morfologie (de zand- en slib balans). Dit geldt ook voor de verbondenheid van kustnatuurgebieden: betere bovenlokale verbondenheid betekent meer biodiversiteit en meer ecologische veerkracht.

Net zoals het bij hoogwaterbescherming verstandig is om ecologische verbetering en landschapsverbetering mee te nemen in de alternatievenontwikkeling, is het bij het verbeteren van kustecologie verstandig om de nabij gelegen dijken onder de loupe te nemen en het aanleggen van een nieuw dijkenlandschap te overwegen als integrale gebiedsontwikkeling.

De derde aanvliegroute is ruimtelijke ontwikkeling. Een ruimtelijke herontwikkeling heeft altijd een primaire drijver nodig. Meestal zijn dat hoogwaterveiligheid, natuurontwikkeling, bevaarbaarheid, transportinfrastructuur of zandwinning. In het kielzog van de primaire drijver koppelen secundaire ontwikkelingen mee en uiteindelijk volgen recreatie en andere lokale economische ontwikkelingen. Heel soms zijn recreatie, landschap en wonen primaire drijvers, zoals bij het project Waterdunen tussen Breskens en Cadzand en bij woningbouw en recreatieve infrastructuur rond stedelijke kernen.

Deskundigen

aan het woord

Deze drijvers hebben natuurlijk geen nationale beoordelingskaders. In het rivierengebied heeft het integrale rijksprogramma Integraal Riviermanagement (IRM) een inventarisatie gemaakt van lokale plannen en initiatieven langs de dijken en in de uiterwaarden: parkeergelegenheid, wandelpaden, fietspaden, zwemplassen, campings, woningbouw, sauna’s, horeca, enzovoort. Dit is op een kaart gezet en als er een hoge dichtheid van dergelijke plannen is zou dat een primaire drijver voor integrale herontwikkeling kunnen zijn.

Economische recreatiebaten volgen een eenvoudige wet: hoe mooier het gebied en hoe dichter bij een stedelijke kern het ligt, hoe langer en hoe meer mensen er verblijven en hoe meer de omzet is die toeristen maken.

Tot slot

Voor de korte termijn is er voor waterkerende kustlandschappen dus altijd een primaire drijver nodig, met korte lijntjes met de secundaire drijvers. De lange termijn vraagt een inspirerende visie. Het lastigste is natuurlijk het samenwerken van alle betrokken ruimtelijke organisaties met hun opgeknipte verantwoordelijkheden en daaraan gekoppelde regelkaders en budgetten. 

Als je geïnspireerd bent door de visie van een waterkerend kustlandschap dat bruist van natuurlijke en economische dynamiek, zal je bereid moeten zijn om de verantwoordelijkheden van je eigen en andere organisaties aan elkaar te knopen. Kennisontwikkeling helpt hierbij, vandaar de oproep van WWF, kennisinstellingen, waterschappen en andere natuurorganisaties tot een nationaal onderzoeksprogramma.

Nationaal programma

Nationaal onderzoeksprogramma en pilots klimaatbestendige kustlandschappen

Het klimaat verandert, de zeespiegel stijgt en de bodem daalt. Natuur, economie en veiligheid staan onder druk. Kunnen we dit met een nieuw kustbeschermingsplan in samenhang aanpakken door het creëren van klimaatbestendige landschappen, zoals dubbele dijken? Dit is al op korte termijn in te zetten als eerste stap in de klimaatadaptatiestrategie zonder daarbij andere adaptatiepaden uit te sluiten. Twintig partijen roepen op tot een nationaal onderzoeksprogramma en twee pilot projecten.

Het zou bevordelijk zijn voor het Waterkerende Kustlandschappen-concept als dit op Rijksniveau inhoudelijk nader wordt onderbouwd in kosten-baten beschouwingen. Ook zou een commitment van landelijke bestuurders welkom zijn om structureel niet primair op centraal niveau sectorale programma’s uit te rollen die decentrale partijen (vooral de provincies) integraal mogen maken, maar om op centraal niveau primair te streven naar integrale projecten (dus het met Rijkscoordinatie de sectorale programma’s op elkaar afstemmen), zodat de decentrale uitvoerende partijen tot integrale projecten komen niet ondanks het Rijk, maar geïnspireerd en geholpen door het Rijk – een “IRM-benadering voor de kust”. Bekijk hierover ook de Flows productie Soberheid of Kwaliteit.

De kust verdient een klimaat waarin maatschappelijke trends, ideeën voor vernieuwing, ontwikkeling van kennis en instrumentaria, beleidsontwikkeling en bestuurlijk draagvlak elkaar versterken in een opwaardse spiraal van waardecreatie, kwaliteit en dynamiek. 

Meer weten?

Woord

Ties Rijcken

Beeld

Vincent de Gooijer

Dank

Bas Roels, Tjeerd Bouma, Jim van Velzen, Gerlof Rienstra, Peter Herman, Fransje Hooimeijer, Marjolijn Haasnoot, Lodewijk de Vet, Kathelijne Wijnberg, Leslie Mooyaart, Vincent Vuik

Getal

Jaap Borghans

Uitgever

Flows Productions

Stem

Liesbeth van Rooijen

Sponsor

WNF